<< 04-10-2003 >>
Op grond van de huidige regelgeving is het mogelijk dat een werknemer met meerdere dienstbetrekkingen in hetzelfde kalenderjaar meerdere keren het maximale bedrag (€ 613) ingevolge een spaarloonregeling spaart. Meerdere dienstbetrekkingen in een kalenderjaar kunnen voorkomen bij een werknemer die in het kalenderjaar van werkgever wisselt en bij een werknemer die verschillende (deeltijd) dienstbetrekkingen tegelijkertijd naast elkaar heeft. Een werknemer kan in deze gevallen bij elke dienstbetrekking tot het maximum bedrag sparen.
Uit Belastingplan 2005 blijkt dat de spaarloonregeling in zijn huidige vorm blijft bestaan. Wel wordt de volgende maatregel voorgesteld. Een werknemer kan alleen bij de werkgever bij wie hij op 1 januari in dienst is, en die voor hem vanaf dat moment de algemene heffingskorting toepast, deelnemen aan de spaarloonregeling. Door deze maatregel kan een werknemer die op 1 januari van het kalenderjaar niet in dienst is bij een werkgever in dat jaar geen gebruik maken van de spaarloonregeling. Ook een werknemer die van baan wisselt en die bij de eerste dienstbetrekking niet of niet voor het maximum bedrag aan een spaarloonregeling kon deelnemen, kan in dat jaar geen gebruik meer maken van de spaarloonregeling. Volgens het kabinet zijn deze voorwaarden nodig omwille van de uitvoerbaarheid en beperking van de administratieve lasten van de maatregel.
Daarnaast wordt in het Belastingplan 2005 het voorstel gedaan de eindheffing van de werkgever te verhogen van 15% naar 20%. Dit onder andere om de in het Belastingplan 2005 voorgestelde verlaging van het tarief van de vennootschapsbelasting te financieren. Uit de Algemene Beschouwingen is naar voren gekomen dat in verband met het terugdraaien van een aantal bezuinigingsmaatregelen dit percentage wellicht nog zal worden verhoogd.
bron: Fortis ASR Adviesbureau, 4 oktober 2004
Terug naar historie Particulieren | Terug naar Nieuws Particulieren
|