<< 13-12-2004 >>
Het kabinet bepleit een grotere dynamiek op de arbeidsmarkt. Werknemers worden gestimuleerd van baan te wisselen; werkgevers kunnen gemakkelijker en goedkoper werknemers ontslaan.
Bij het overstappen naar een andere baan is er echter bijna altijd een forse horde te nemen. Moeten de opgebouwde pensioenrechten wel of niet naar de nieuwe werkgever worden overgeheveld? Die afweging is geen eenvoudige klus. Werknemers die overstappen naar een andere werkgever, maar binnen dezelfde branche blijven, hoeven zich meestal geen zorgen te maken. Hun pensioen loopt bij baanwisseling gewoon door. Voor de anderen is het puzzelen geblazen. Want ons land kent zo'n slordige 900 pensioenfondsen en 25.000 verschillende pensioenregelingen. Ga daar maar aan staan.
Het cruciale punt bij het overhevelen van het pensioen is de indexering. Ofwel: in hoeverre worden de pensioenrechten aangepast aan de geldontwaarding, de inflatie? Gelukkig moet zowel de oude als de nieuwe werkgever inzicht verschaffen in het pensioen. Uit hun pensioenopgaven moet duidelijk worden wat de werknemer het beste kan doen.
Probleem is dat de beide overzichten vaak lastig zijn te vergelijken. Hoewel de pensioenuitvoerders hebben afgesproken hun pensioenoverzichten te uniformeren, is dit voorlopig nog niet het geval.
Allereerst is er de vraag naar de indexering zelf. Heeft die al dan niet jaarlijks plaats? Vaak is dat afhankelijk gesteld van de beleggingsresultaten van het fonds. Het bestuur van het pensioenfonds moet over al dan niet indexeren dan jaarlijks besluiten.
Maar dan nog. Op welk inflatiecijfer wordt de indexering gebaseerd? Die van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) of een andere? Dat kan nogal wat uitmaken.
Pas als duidelijk is wat de basis is voor de indexering, kan het besluit over al dan niet overdragen van het pensioen naar de nieuwe werkgever worden genomen. Als het nieuwe pensioenfonds een hogere indexering toepast is er geen vuiltje aan de lucht. Altijd overstappen. Zeker als daarmee ook nog een hoger nabestaandenpensioen is geregeld. Ook dit kan blijken uit de genoemde pensioenopgave.
Het kabinet heeft onlangs besloten om de termijn te verlengen waarbinnen werknemers over waardeoverdracht van hun pensioen moeten besluiten. Moest dat eerder binnen twee maanden nadat de overstap naar de de nieuwe werkgever was gemaakt, nu kan daarvoor zes maanden worden uitgetrokken.
Die termijn begint al op het moment dat de werknemer aan de nieuwe pensioenuitvoerder meldt dat hij waardeoverdracht wil onderzoeken. Tegelijkertijd wordt de tijd die het 'oude' pensioenfonds heeft om de waarde daadwerkelijk over te hevelen fors bekort. Was zes maanden is nu één week.
bron: Leeuwarder Courant, 13 december 2004
Terug naar historie Particulieren | Terug naar Nieuws Particulieren
|